Afgelopen vrijdag, op 20 november 2020 mocht het IMS op het NVMO congres een rondetafelsessie presenteren over loting en selectie van de geneeskunde opleiding. Met hulp van de NVMO werkgroep loting en selectie zijn de voor- en nadelen van beide instrumentariums afgewogen. Dankzij deelname van veel enthousiaste studenten en professionals was het een inspirerende sessie met een positieve discussie. In de onderstaande blog vind je een overzicht van wat er tijdens de sessie besproken is.

Aanleiding

In februari 2020 is de motie van de leden Paternotte en van der Molen ingediend. In deze motie verzoeken de eerder genoemde leden de regering een voorstel te doen voor het toevoegen van loting aan het instrumentarium voor selectie dat instellingen kunnen toepassen bij numerus fixus. De Tweede Kamer heeft deze motie aangenomen, waardoor loting nu weer een mogelijkheid wordt voor het selecteren van studenten. Dit zal resulteren in heroverweging van de selectieprocedure door iedere geneeskunde faculteit mag de huidige selectie gaan heroverwegen, met als gevolg een per faculteit geregelde loting in tegenstelling tot de centraal georganiseerde loting door DUO. De meningen over de ideale selectieprocedure lopen sterk uiteen en worden onderbouwd door vele voor- en tegenargumenten.

Discussie rondetafelsessie

Na een algemene inleiding werden de verschillende perspectieven besproken. Zo kwam het studenten-, onderzoeks- en organisatorisch perspectief aan bod. Vervolgens werden in break-out rooms de verschillende voor- en tegenargumenten afgewogen. Vanuit de huidige geneeskunde studenten, die vaak middels decentrale selectie binnen gekomen waren, kwam meerdere keren naar voren dat zij niet volledig achter de gebruikte selectiemethode stonden.

Aan de andere kant kwam voornamelijk vanuit de onderzoekers naar voren dat volledige ongewogen loting niet geschikt is om de meest gemotiveerde en beter presterende studenten te selecteren. Dit is belangrijk omdat geneeskunde een kostbare studie is en je studie uitval zo veel mogelijk wilt beperken. Daar tegenover stond de mening dat loting wel gerechtvaardigd was omdat dit, vanuit filosofisch oogpunt, een realistischere weerspiegeling is van de realiteit. De realiteit is immers ook deels afhankelijk van pech en geluk.

Als je decentraal selecteert is het belangrijk om op vaardigheden te selecteren die je niet aan kan leren. Dit om te voorkomen dat er dure trainingen gedaan worden door studenten. Daarnaast is er na de toelating nog zes jaar om de de aanleerbare vaardigheden aan te leren. Vijfde klas VWO cijfers werden door de deelnemers ook niet gezien als een geschikt selectie materiaal. Vanwege bijles, en zelfs verhalen over het bewust doubleren in 5-VWO, zijn deze cijfers makkelijk te beïnvloeden.  Deelnemers vonden selectie op basis van 6-VWO cijfers beter omdat deze centraal geregeld en daardoor minder beïnvloedbaar zijn.

Studenten geven aan interviews fijn te vinden, omdat zij het gevoel hebben dan iets van zichzelf te kunnen laten zien. Echter blijkt uit onderzoek dat dit geen valide methode is. Interviews zijn gevoelig voor trainingen en onderhevig aan bias van de interviewer. 

Selectie zorgt er ook voor dat de studiekiezer goed nadenkt over zijn studiekeuze, aangezien selectie ten opzichte van loting veel inspanning vergt. Aangezien de toelating decentraal georganiseerd wordt, kan een faculteit hun selectie zelf inrichten passende bij de inrichting van hun opleiding. Voor zowel faculteit als studiekiezer is het prettig te ervaren dat middels selectie de studiekiezer voor deze faculteit kiest en de faculteit ook voor de toekomstig student.

Kosteneffectiviteit is een veelgebruikt argument in de loting en selectie discussie. Waar velen dit argument tegen selectie gebruiken, is juist het tegengestelde waar. Loting is een kostbaar instrumentarium, zeker wanneer deze per faculteit geregeld moet worden. Decentrale selectie kost in eerste instantie zeker meer, maar dit betaalt zich uit in een betere match tussen faculteit en student, gemotiveerde studenten en lagere studieuitval. Kortom, decentrale selectie is kosteneffectief gebleken ten opzichte van loting.

Conclusie

Na vijfenzeventig minuten discussie over het onderwerp waren de deelnemers nog lang niet uitgesproken. Helaas moest de sessie afgerond worden omdat de centrale afronding van het NVMO congres op het programma stond. Wij nemen uit de sessie mee dat er haken en ogen aan zowel volledige loting als volledige decentrale selectie zitten. Een combinatie van selectie en loting met bijvoorbeeld de beste studenten vanuit de decentrale selectie te selecteren, de middengroep te loten de slechtste studenten volgens de selectie af te wijzen, kwam duidelijk als voorkeur naar voren.

Vervolg

Om verder te discussiëren over dit onderwerp zal er voor de vertegenwoordigers van het IMS op zaterdag 12 december van 10.00-12.00 onder leiding van Kitty Cleutjens een themamiddag plaatsvinden.

#

Comments are closed

Agenda
april 2024
M D W D V Z Z
1234567
891011121314
15161718192021
22232425262728
2930