Thema ochtend loting en selectie

Op zaterdag 12 december heeft het IMS bestuur voor haar vertegenwoordigers een thema ochtend over loting en selectie georganiseerd. Eerder hebben wij over dit onderwerp gepresenteerd op het NVMO congres, voor meer informatie hierover zie https://interfacultairmedischstudentenoverleg.nl/2020/11/24/blog-nvmo-congres-2020-loting-en-selectie/

Sinds de aangenomen motie in februari 2020 van de leden Paternotte en van der Molen is selectie en loting weer volop onderwerp van gesprek. In deze motie verzoeken de eerder genoemde leden de regering een voorstel te doen voor het toevoegen van loting aan het instrumentarium voor selectie dat instellingen kunnen toepassen bij numerus fixus. De Tweede Kamer heeft deze motie aangenomen, waardoor loting vanaf 2023 weer een mogelijkheid zal worden voor het selecteren van studenten. Dit zal resulteren in heroverweging van de selectieprocedure door iedere faculteit Geneeskunde, met als gevolg een per faculteit geregelde selectieprocedure in tegenstelling tot de centraal georganiseerde procedure door DUO. De meningen over de ideale selectieprocedure lopen sterk uiteen en worden onderbouwd door vele voor- en tegenargumenten.

Naar aanleiding van deze motie is dit onderwerp besproken tijdens de vertegenwoordigersvergaderingen, waar eigenlijk te weinig tijd was om het uitgebreid te bespreken en bediscussiëren. In afwachting van een hopelijk fysieke thema ochtend, gooide de corona crisis roet in het eten waardoor wij moesten uitwijken naar een digitale variant.

Op zaterdagochtend 12 december vond de thema ochtend dan eindelijk plaats. Uiteindelijk perfect getimed aangezien het nieuwe wetsvoorstel op vrijdag 11 december aan de ministerraad is gepresenteerd (zie: https://www.rijksoverheid.nl/actueel/nieuws/2020/12/11/loten-voor-studie-weer-mogelijk). Onder leiding van Kitty Cleutjens, universitair hoofddocent te Maastricht, namen dertig vertegenwoordigers deel aan deze workshop. Naast haar functie van voorzitter van de examencommissie en als voormalig voorzitter van de selectiecommissie doet Kitty Cleutjens ook nog veel onderzoek naar de toelatingsprocedure bij de geneeskundeopleiding.

De workshop begon met een aantal stellingen over selectie en loting om zo een nulmeting te hebben hoe de deelnemers over selectie en loting dachten. Hierna volgde een interessante presentatie van Kitty, waar verschillende onderzoeksperspectieven volgde. Zo verwees zij naar het onderzoek uit Maastricht waaruit gebleken is dat middels selectie de opleiding 68.000 euro bespaard ten opzichte van loting.(1) Ook gaf zij het belang aan van een ‘constructive-aligned’ selectieprocedure. Dit houdt in dat de selectieprocedure past bij de context en opleidingsmethoden van de opleiding, bijvoorbeeld het Probleem Gestuurd Onderwijs zoals bekend in Maastricht. Onderzoek van Stegers-Jagers (2018) heeft aangetoond dat deze methode een voorspellende en incrementele waarde voor studieresultaten heeft.  

Vervolgens werden de deelnemers in vijf subgroepen verdeeld, zodat zij laagdrempeliger konden discussiëren over de presentatie en hoe zij de ideale toelating voor zich zien. Dit werd later aan de totale groep gepresenteerd, waar een plenaire discussie volgde.

Interessante punten en vragen uit de discussie waren:

  • Selectie instrumenten Ten eerste zijn er natuurlijk ontzettend veel instrumenten voor selectie. Elk instrument heeft zijn sterke en minder sterke punten. Er wordt niet altijd door elke faculteit gebruik gemaakt van de beste manieren van selectie, wat ervoor kan zorgen dat de studentenpopulatie niet divers genoeg is.  
  • Selectiebureaus  Verder is er gediscussieerd over de gevolgen van het gebruik van verschillende instrumenten waarmee de studenten worden geselecteerd. In de praktijk blijkt het vaak zo te zijn dat de kennis of vaardigheden die worden getoetst aan te leren zijn. Hier profiteren verscheidene selectiebureaus door trainingen, cursussen en lesdagen te organiseren voor de deelnemers van de selectie. Dit zorgt voor bias omdat niet elke leerling hier gebruik van kan of wil maken. Als faculteiten zouden selecteren op niet zelf aan te leren vaardigheden of kennis, dan zouden deze praktijken vermeden kunnen worden.  
  • Concurrentie en prestatiedruk  Daarnaast was concurrentie en prestatiedruk een kort punt van discussie. De prestatiedruk en concurrentie onder geneeskundestudenten wordt vaak als hoog ervaren. Deze druk leg je ook neer bij leerlingen van het voortgezet onderwijs wanneer er wordt gewerkt met een decentrale selectie. Het is de vraag of dit wenselijk is. Een gewogen loting lijkt hier niet een oplossing voor; dan is het namelijk zo dat er een hogere druk kan komen op het behalen van hoge cijfers op de middelbare school.
  • Zelfselectie  Uit verhalen en ervaringen van de deelnemers bleek dat een deel van de leerlingen op het voortgezet onderwijs vaak niet eens deelnemen aan de selectie voor de opleiding geneeskunde, omdat ze bijvoorbeeld niet de hoogste cijfers of beste CV hebben en daarom denken een kleinere kans tot toelating hebben. Dit is niet gewenst, want het is niet per se zo dat de beste scholier op het voortgezet onderwijs ook de beste arts wordt.  Op deze manier ontstaat er een relatief homogene groep aan deelnemers voor de selectie en wordt er dus niet gekeken naar de meerdere componenten die een toekomstig arts of onderzoekers moet bezitten. Uit de discussie bleek dat een ongewogen loting hier wellicht een oplossing voor zou kunnen zijn.
  • Ongewogen loting Als student heb je zelf ook geen invloed op het wel of niet toegelaten worden. Dit ervaarden veel deelnemers van de themaochtend als ongewenst. Ze zouden liever zelf de touwtjes in handen willen nemen en hard studeren en zich zo optimaal voorbereiden op de selectie dan dat ze bij wijze van drie keer uitgeloot zouden worden zonder daar ook maar iets aan te kunnen doen. Een deel van de deelnemers liet weten dat het meer een idee is dat je als deelnemer aan een gewogen loting invloed kan uitoefenen. Volgens hen zijn de selectiemethodes en criteria zo ontwikkeld dat het vaak gaat over een intrinsieke eigenschap, een gevoelskwestie of inzicht. Zo werd er een voorbeeld genoemd over de selectie in Leiden, waar tijdens de selectie gevraagd voor om een anamnese gesprek te voeren. Als leerling op het voortgezet onderwijs denk je waarschijnlijk al snel dat je een prima praatje hebt gehouden, maar achteraf blijkt natuurlijk dat je waarschijnlijk niks weet over de vorm en inhoud van een anamnese gesprek of communicatietechnieken. Dit is immers stof die je aangeleerd krijgt tijdens de opleiding geneeskunde.
  • Landelijke richtlijnen/sturing Ook was er discussie over in welke maten er landelijke richtlijnen of sturing zou moeten komen. Er werden een aantal mogelijkheden genoemd. Een van de besproken ideeën was een landelijk georganiseerde selectie/loting, zonder dat er door de deelnemers een specifieke faculteit was gekozen. Op deze manier zou de hele selectieprocedure en de verdeling van studenten over de faculteiten landelijk verlopen. De achterliggende gedachtegang hierachter was dat studenten op deze manier bij de faculteit worden ingedeeld die het meest bij hen past. Nu bleek het zo te zijn dat een deel van de studenten het lastig vond om zelf te kiezen welke faculteit nou daadwerkelijk goed bij hem of haar paste en zou daarom liever die keuze uit handen willen geven aan een hoger orgaan. Tijdens de plenaire nabespreking bleek een deel hierop tegen. Volgens hen zou de keuze voor de faculteit een individuele weloverwogen keuze moeten zijn. Bovendien vonden meerdere vertegenwoordigers dat niet alleen de vorm van het onderwijs en de faculteit een rol speelde bij de keuze, maar ook praktische zaken zoals de stad, de afstand tot ouders en vrienden etc.

Tot slot werden de stellingen opnieuw ingevuld, besproken en vergeleken met de resultaten van het begin van de workshop. Hierbij viel op dat na de presentatie van Kitty meer studenten van mening waren dat gewogen loting niet voor minder bias in de geselecteerde studentenpopulatie zorgt dan decentrale selectie. Ook was het belangrijk om de CanMeds competenties als basis te gebruiken voor het format van de toelatingsprocedure. Waar veruit het merendeel van de studenten aan het begin nog aangaf voor een combinatie van loting en decentrale selectie te zijn, daalde dit aandeel na de presentatie. Het merendeel bleef van mening dat een combinatie het meest gewenst was, echter was het aandeel studenten dat voor decentrale selectie stemde aanzienlijk toegenomen. Met name door de tot nu toe meestal ongebruikte mogelijkheden van instrumenten en methoden die bij de selectie ingezet kunnen worden.

Al met al een interessante en leerzame ochtend! Wij zijn Kitty Cleutjens erg dankbaar dat zij ons wilde helpen met de organisatie van deze workshop. Dit onderwerp zal de komende jaren bij het IMS en in de politiek nog hoog op de agenda staan.

Mocht je nog meer informatie willen over het onderzoek naar selectie en loting, kijk dan zeker even naar deze onderzoeken en rapporten (1, 2, 3). 

1. Schreurs, S., Cleutjens, K. B., Cleland, J., & oude Egbrink, M. G. (2020). Outcomes-Based Selection Into Medical School: Predicting Excellence in Multiple Competencies During the Clinical Years. Academic Medicine, 95(9), 1411.

2. Stegers‐Jager, K. M. (2018). Lessons learned from 15 years of non‐grades‐based selection for medical school. Medical education, 52(1), 86-95.

3. https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2018/06/01/selectie-bij-opleidingen-met-een-numerus-fixus-en-de-toegankelijkheid-van-het-hoger-onderwijs

#

Comments are closed

Agenda
oktober 2024
M D W D V Z Z
 123456
78910111213
14151617181920
21222324252627
28293031